Geïntegreerde Eerstelijns Zorg

“We zijn goed bezig: onze manier van werken past in de moderne gezondheidszorg. De patiënt is er absoluut beter mee af. Gezondheidscentrum Dillenburg is eind vorig jaar zelfs in de prijzen gevallen. Dat is een opsteker voor ons allemaal.”

Hans van Selm

Huisarts Hans van Selm is druk. Eerst een vol ochtendspreekuur, gevolgd door een afspraak in Leiden bij verzekeraar Zorg en Zekerheid. Vervolgens snel weer terug om op tijd te zijn voor dit interview. Rustig even lunchen is er niet bij. Snel een beker soep, die Hans tijdens ons gesprek over het ontstaan van Gezondheidscentrum Dillenburg leeg eet.


Gezondheidscentrum Dillenburg opende in 2004 haar deuren. In het opvallende gebouw aan de Prinses Irenelaan konden patiënten voortaan terecht bij hun huisarts, de apotheek en de fysiotherapeut, die samenwerkten onder één dak. “Vanaf de start hebben we hard gewerkt om het Gezondheidscentrum goed van de grond te krijgen”, vertelt Hans van Selm en neemt een flinke lepel soep. “Voor de huisartsengroep gold vooral dat de neuzen dezelfde kant op moesten. We hielden onze patiënten via VoorZorg, ons vorige magazine, steeds op de hoogte van onze plannen. We wilden niet dat ze zich onnodig zorgen zouden maken. Bijvoorbeeld of ze wel bij hun eigen huisarts zouden blijven, nu we in een huisartsengroep werkten.”

“Al gauw merkten we dat samenwerken meer is dan werken in één gebouw,” herinnert Van Selm zich goed. De meeste patiënten vonden de huisarts, apotheek en fysiotherapeut zo dichtbij elkaar wel prettig. Maar van de samenwerking tussen de drie partijen merkten ze nog lang niet genoeg. Te vaak nog moesten patiënten opnieuw hun verhaal doen. Dan weer bij de dokter, dan weer bij de fysio of de apotheek. “Waarom waren we nu niet op de hoogte van elkaars behandelplannen? We realiseerden ons dat de patiënten gelijk hadden, maar zagen op dat moment niet direct een oplossing.”

Zelfmanagement

Samen werken aan zorg voor chronisch zieken is wat wij doen

De soep is op en Hans zet de beker achter zich neer. Vanachter zijn bureau vertelt hij verder over de veranderingen in de politiek, dat moet in 2008 geweest zijn. Er kwam een nieuwe kijk op de zorg. De samenwerking tussen eerstelijns zorgverleners, zoals in het Gezondheidscentrum Dillenburg, werd gestimuleerd. De minister van Volksgezondheid richtte zich vooral op de zorg voor chronisch zieken en noemde daarbij steeds vaker de term ‘zelfmanagement’. Bovendien kwam er meer geld beschikbaar om de nieuwe wijze van zorg ook te kunnen uitvoeren.

“Deze politieke veranderingen maakten voor ons de weg vrij voor wat wij de Geïntegreerde Eerstelijns Zorg (GEZ) noemen: de samenwerking tussen de artsengroep, apotheek en fysiotherapiepraktijk. Als eerste maakten we een zorgprogramma voor patiënten met diabetes mellitus type 2 (suikerziekte), volgens de richtlijnen van de Diabetes Vereniging Nederland. Hierin werken de huisarts, praktijkondersteuner, apotheker, fysiotherapeut en aangesloten diëtist samen aan zorg op maat. Naast de gebruikelijke controles bij de diabetesverpleegkundige en huisarts, krijgt de diabetespatiënt een persoonlijk behandelplan,” legt Hans van Selm uit. “Belangrijk hierin is dat de patiënt zelf kan meedenken over welke behandeldoelen hij wil bereiken.”

De zorgverleners delen de patiëntgegevens in één computerprogramma en bespreken met regelmaat de voortgang. Het uiteindelijke doel is dat de patiënt beter omgaat met zijn aandoening, goed in zijn vel zit en mogelijk met minder of zelfs zonder medicijnen kan.

“Sinds februari 2012 nodigen we diabetespatiënten uit om mee te doen aan de PRISMA-cursus: PRo-actieve Interdisciplinaire Self MAnagement educatie”, vertelt Hans. “Immers, als je wilt dat de patiënt beter met zijn aandoening omgaat, moet hij wel veel weten over de aandoening. De cursus is ontwikkeld door het VU medisch centrum in Amsterdam. De reacties van deelnemers zijn ontzettend positief!”

Toekomst
Inmiddels is voor patiënten met de chronische longziekte COPD ook een zorgprogramma opgesteld, dat later dit jaar wordt ondersteund met een speciale cursus. Uiteraard zijn er nog meer chronische aandoeningen, zoals hart- en vaatziekten, osteoporose en depressie. Patiënten met deze aandoeningen kunnen verwachten dat ook hiervoor zorgprogramma’s worden ontwikkeld. “Samen werken aan goede zorg voor chronisch zieken is wat wij doen.”

Zorgprogramma Diabetes

Zorgprogramma COPD