Fysiotherapie onmisbaar in behandeling COPD

Fysiotherapie bij COPD

Fysiotherapie is een belangrijk onderdeel van het zorgprogramma COPD. Bij de eerste afspraak neemt de fysiotherapeut uitgebreid de tijd om de patiënt te spreken en te testen. Wat kan hij nog wel en wat kan hij door de COPD niet meer? Na afloop bekijkt de fysiotherapeut samen met de patiënt welke behandeling het beste bij hem past.

Kan fysiotherapie helpen bij de behandeling van COPD? Tijdens het gesprek met Stephanie Braun, Saskia de Jong, Krystle den Haan en Ronald van Ommen van Fysiotherapie Van den Berg stapelen de bevestigende antwoorden zich opeen. Fysiotherapie is onmisbaar. Een voorbeeld: Ontwikkelt een patiënt meer spierkracht, dan wordt hij sterker én kan hij meer zuurstof opnemen. Hij gaat efficiënter met zuurstof om en kan er dus langer gebruik van maken.

Altijd een afspraak met de fysiotherapeut
COPD-patiënten van Gezondheidscentrum Dillenburg bezoeken daarom altijd de fysiotherapeut. ‘Tijdens die eerste afspraak zien we hoe de patiënt functioneert’, zegt Stephanie Braun. ‘Wij bekijken hoeveel hij beweegt en waarin hij wordt belemmerd. We meten zijn inspanningsvermogen volgens de Nederlandse Norm Gezond Bewegen (zie kader op deze pagina). We zien vaak dat iemand met COPD moeite moet doen om zich in te spannen. Door bij ons oefeningen te doen, en thuis, groeit zijn inspanningsvermogen.’

Dat inspanningsvermogen van een COPD-patiënt wordt bepaald door zijn spierkracht en conditie te meten. Via een wandeltest bepaalt de fysiotherapeut het uithoudingsvermogen. Saskia de Jong: ‘En door de kracht in bepaalde spiergroepen te meten, leren we nog meer over zijn functioneren. De bovenbeenspier is de eerste die in kracht afneemt. En via de schouderspieren meten we de hulpademkracht, zeg maar de kracht van de spieren die de ademhaling regelen.’

Wat wil de patiënt zelf
Om het functioneren verder te bepalen nemen de fysiotherapeut en de COPD-patiënt een vooraf ingevulde vragenlijst door. Daarnaast komt de hulpvraag aan bod. ‘Die hulpvraag komt van de patiënt zelf en is erg belangrijk’, stelt Ronald van Ommen. ‘De patiënt geeft daarmee aan wat hij zelf wil.

Wij geven patiënten handvatten om beter met hun COPD om te gaan

Bij de hulpvraag luistert de fysiotherapeut goed naar de klacht(en) van de patiënt. Die zijn persoonlijk en heel concreet. Denk aan: ‘Ik kan niet meer bukken’ of ‘ik kan de trap niet meer op’.

Leren omgaan met COPD
De bedoeling van het zorgprogramma is ook dat patiënten zélf leren omgaan met hun ziekte. Van Ommen: ‘Wij geven ze daarvoor de handvatten. We leren ze een techniek om het ademen te verbeteren. En we leggen uit dat benauwdheid niet altijd door de COPD komt. Emoties kunnen een rol spelen, en spanningen. Als iemand met COPD dit weet, maakt hij zich niet meteen zorgen. Hij kan zelf beter inschatten wat hij moet doen.’

Plotselinge toename van de klachten
De fysiotherapeuten vertellen al hun COPD-patiënten over exacerbatie (ook wel terugval). Exacerbatie is de medische term voor een plotselinge toename van de klachten van COPD. Denk aan benauwdheid, hoesten en slijm. ‘Door hun toegenomen kennis, herkennen patiënten een terugval eerder. En dat is belangrijk, omdat ze bij een terugval binnen 24 uur naar de huisarts moeten gaan’, benadrukt Stephanie Braun.

‘In verband met die terugval doen ze ook thuis spieroefeningen, niet alleen bij ons’, vult Krystle den Haan aan. ‘Om die terugval zo kort mogelijk te houden. En dit zorgprogramma COPD geeft patiënten het vertrouwen dat zij er zelf iets aan kunnen doen. Ook als zij thuis zijn. Niet afwachten, maar zelf iets doen.